Dagenlang werd er al aan mijn deur geklopt. Of ik eindelijk dat kerstverhaal uitgebroed had. Ik riep dat ze me gerust moesten laten. Dat ik las. Nabokov. Mijn persoonlijke woestijn van schoon, warm taalzand. Om in te verdwalen (eerst zet je je monocle op, dan speur je naar minuscule gaatjes in je agenda, vervolgens zet je een snorkel op je kop en trek je zwemvliezen over je voeten, ten slotte duik je in de bijt) of om mijn hoofd in te steken (als de wereld mijn muur tracht omver te blazen met zijn nonsensbrij van uitgesproken meningen).
Beteuterd druipen ze af. Weeral bot gevangen. Waar blijft het geluk?
Maar dan ineens zie ik het. Het verborgen kerstverhaal in de woordenwoestijn van mijn Russische held. Ik roep mijn schatjes binnen. Zet hen op mijn dijen. Shht… stil nu… het verhaal gaat beginnen.

“Er was eens een exotisch eiland, dicht bij de Zuidpool. De sneeuw was er zo warm dat je in je onderlijfje skiën kon. Koning Charly II regeerde het eiland met zachte hand. Hij hield van mooie stofjes rond zijn lijf en van champagne met aardbeien uit ijskristallen glazen. Lang geleden was hij getrouwd met prinses Elisabeth van Antarctica. Maar zij woonde sinds jaren in hun buitenverblijf in Nice. Voorts liep hun huwelijk van een leien dakje. Het gleed. Gelijk een geboend snowboard het donshaar van verse sneeuw laat trillen zonder evenwel een spoor, een afdruk, een getuigenis na te laten. Charly hield van feesten en van theater. Van incognito bioscoopbezoeken en van vlinders. Hij hield van zijn eiland. Van de zachte, romige sneeuw die eeuwig plakken bleef op de toppen van het gebergte dat het eiland in twee deelde: de toeristische westkant met zijn schitterende stranden en de ruige, dichtbeboste oostkant met zijn kliffen en wilde pinguïnnesten.
Stilaan echter, groeide het ongenoegen over Koning Charly II. Men beweerde dat hij slechts een marionet was. Het uithangbordje van een gesloten elite. Charly stak zijn kop in het zand. Feestte. Ging naar het theater. Naar de opera. Incognito naar de bioscoop. Ving vlinders. Verdwaalde dagenlang aan de oostzijde van het eiland. Later verdween hij wel een week. Of twee. De verongenoegde stemmen klonken steeds luider en Charly stak zijn kop steeds dieper in het zand tot hij met zijn kruin op ongeboren sneeuw botste. Daar bleef hij ten slotte wel een maand plakken. En toen hij uitgehongerd en bevroren terug bij het paleis kwam, was de staatsgreep al een feit. De Extremen namen hem gevangen en sloten hem, in afwachting van een uitspraak van het Hoogste Hof, op in een stoffige rekwisietenkamer in het paleis.
Wordt vervolgd….