Vorige week nam ik deel aan een opleidingsweekend. Ik had een lange rit achter de rug en ik schoof aan bij de ontvangstkoffie. Iemand vroeg me of ik de workshop ‘Genderneutraal lesgeven’ zou volgen. Ik schudde mijn hoofd. Waarom niet? vroeg dezelfde persoon. Ik was een beetje van mijn melk door deze vraag en ik had bovendien mijn onbeschofte citétaal nog niet helemaal doorgespoeld, dus ik zei: Ja, buh, ik vindazever. Een stiltebom. Niemand zei iets en ik kreeg een hoofd als een tomaat. Ik probeerde me er nog uit te lullen door te zeggen dat ik vond dat er zoveel andere meer prangende kwesties waren, maar het maakte niks meer uit. Ik had zever gezegd. Zever. Ja, shit joh. Dat is hoe ik (soms) praat. Dat is de taal waar ik naar grijp als mijn lijf spreekt, als ik niet direct toegang vind tot mijn beschaafd vocabularium. Wa’n zever joh. Het nodigt niet direct uit tot gesprek. Tenzij je ook van de cité bent. Maar ik was duidelijk de enige die deze taal sprak.
Het voorval bleef door mijn hoofd zinderen. Ik vroeg me af of het wat uitgemaakt had als ik direct de juiste woorden gevonden had. Was er dan wel ruimte geweest voor een discussie hierover? Mag je vinden dat er wel erg veel aandacht is voor genderissues? Of word je dan gelijk gediskwalificeerd? En zou het iets moeten uitmaken op welke manier je iets verwoordt? Is het Vrije Woord onderworpen aan vorm- en toonregels? Er zijn mensen die de juiste woorden niet vinden omdat ze ze niet kennen, omdat ze geen boodschap hebben aan dure woorden, omdat ze niet academisch geschoold zijn, omdat zij ook één of andere vorm van brutale citétaal spreken. Hoe Vrij zijn hun Woorden dan?
Er worden heel wat vuisten gemaakt voor het Vrije Woord sinds het gedoe rond Pim Lammers. Maar waar strijden we eigenlijk voor? Strijden we wel voor het Vrije Woord? Ik heb daar mijn bedenkingen bij. Ik zie zeer veel tendensen en gebeurtenissen in onze maatschappij die mij het tegendeel zeggen. Mensen die hun job verliezen omdat ze een dissidente mening hebben en die ook uiten. Mensen die genegeerd, geridiculiseerd, geframed, gediskwalificeerd en gecanceld worden omdat hun mening bepaalde narratieven niet uitdraagt of deze tegenspreekt.

Wat betekent het Vrije Woord als het zich niet enkel aan vorm- en toonregels moet houden maar als het zich ook inhoudelijk moet dwingen in een normatief kader van wat gezegd mag worden? Het betekent dat het Vrije Woord geketend is. Het mag een beetje naar links en een beetje naar rechts schuiven, maar eens het zich buiten de grenzen van de norm durft te bewegen, staat het buiten spel, niet langer in staat om een punt te maken. Het geketende Vrije Woord. Ik hoef u niet te vertellen dat dat een contradictio in terminis is. Kwatsch in pakskes zouden we zeggen op de cité.
Het staat je vrij deze geweldige blog te posten 🙃🙃🙃👍🏻
LikeGeliked door 1 persoon
Oh, gelukkig! 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Het is de nuance dat men geketend heeft. De miljoenen schakeringen tussen wit en zwart. Bvb: Zelenski is een dictator. Want voor mij is iemand die mensen verplicht om te vechten, als ze jonger dan 60 zijn haha, een tiran. Dan zijt gij voor Poetin ofwa, kreeg ik te horen? Voilà, weg de nuance.
LikeLike
Ja, omdat we zo gigantisch verbonden zijn, moeten we elkaar wel reduceren tot iets dat past in een hokje. Dat vergt vaak veel schuur-, schaaf- en vijlwerk en bij momenten dient men zelfs de hakbijl te hanteren om iemand ergens koste wat het kost in te laten passen 😉
LikeLike
Schitterende tekst ! ❤️
Ik haat de term “politieke correctheid”. Een vaak hypocriete term om achter te schuilen. Om niet “authentiek” je mening te geven.
Wanneer je het niet eens bent met een andere cultuur of opvatting en diegene waarop het betrekking heeft behoort tot een minderheid of andere klasse, dan ben je ofwel “intolerant” of een “racist”. Well “so be it”.
Leve de politieke “incorrectheid” !
LikeLike
Fijn dat je mijn tekst weet te smaken, Jean-Marc. Ik denk dat we een zeer duidelijke grens hebben gesteld aan het Vrije Woord, aan freedom of speech: de verdraagzaamheid eindigt waar haat gepredikt wordt. En haters zitten aan alle kanten van het culturele en politieke spectrum. Binnen die grenzen ben ik vooral voorstander van oprechte ontmoeting en dialoog. In een wereld die steeds groter, complexer en diverser wordt, is dat niet altijd vanzelfsprekend. Maar ik heb in elk geval de intentie om het gesprek te blijven aangaan. Leve de ontmoeting! 🙂
LikeLike